Het drama in Boekt-Perk

Het drama vond plaats op 26 Augustus 1914

Net zoals in Steenokkerzeel, Melsbroek en Perk bereikt de Duitse voorhoede op donderdag 20 augustus 1914 ook Elewijt. Zondag 23 augustus komt de rest van de Duitse troepen aan en bezet Elewijt. De dag daarop proberen de Duitsers door te trekken naar Hofstade, maar ze stuiten op weerstand van de Belgische troepen en worden op dinsdag teruggeslagen tot Elewijt. Op woensdag 26 augustus wordt er in Elewijt hevig gevochten, vanaf half zes ’s morgens tot drie uur in de namiddag.

Het is op deze woensdag 26 augustus 1914 dat in het nabijgelegen Boekt-Perk zes onschuldige burgers door de Duitse troepen worden gefusilleerd.

Ooggetuigenverslag

Een belangrijk ooggetuigenverslag komt van Franciscus Van Gysel, familie van twee van de zes slachtoffers.

           In de Hoogstraat woonde Jan Roekens, vader van drie kinderen. ’s Avonds vluchtte hij met zijn gezin naar zijn schoonvader, Felix Coppens, die samen met zijn zoon Jan Baptist Coppens enkele huizen verder woonde.

           De nacht die volgende nacht werd een vijandelijke patrouille door de Belgische soldaten omver geschoten en al snel beschuldigde men de burgers van dit feit. Duitse soldaten bestormden rond 7 uur ’s morgens de woning van Felix Coppens. Zij namen vader en zoon Coppens en Jan Roekens mee tot aan het huis van deze laatste. Voor de verlaten woning vroeg de hoofdman wie er de baas was. Jan Roekens trad naar voor en werd aanstonds het veld opgejaagd samen met zijn schoonbroer Jan Baptist Coppens en de werkman Jef De Boeck. Nauwelijks hadden ze enige stappen gedaan of de soldaten die hen volgden schoten ze alle drie door het hoofd.

Na een kwartier brachten de soldaten schoppen en geboden aan de burgers om een grafkuil te maken. Vader Coppens moest helpen maar kon niet en zat op zijn knieën bij de lijken te wenen. De drie slachtoffers werden daar ter plaatse begraven.

Op diezelfde dag werden er in Boekt nog drie mannen omver geschoten. Allen onder het voorwendsel dat de gevluchte burgers op de Duitse soldaten hadden geschoten.

Kapel O.L.Vrouw van Smarten

In1928 werd ter nagedachtenis van de zes slachtoffers aan het begin van de Boektsestraat, een kapel opgericht gewijd aan O.L.V. van Smarten. Op een zware arduinsteen staat de oorsprong aangeduid: in het jaar 1928 werd deze kapel opgericht ter nagedachtenis van Jan Baptist Coppens, Jozef De Boeck, Jan Roekens, Petrus Gielens, Gustaaf Jongbloet en Frans Tesseur, allen mannen van Boekt, hieromtrent, uit loutere wraakzucht door de Duitsers doodgeschoten.

Tijdens de oorlog 1940-45 werd deze arduinen plaat door een Duits officier weggenomen. Acht jaar na de vijandelijkheden werd de arduin onbeschadigd teruggevonden bij opruimingswerken in de kazerne te Vilvoorde.