Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Vrede - Dirk
De KAPEL O.L.V. VAN VREDE dankt haar naam aan het einde van de tweede wereldoorlog. Alhoewel dit tegen alle internationale verdragen indruiste werden tijdens de oorlogsjaren heel wat mannen uit Melsbroek opgeëist om in Duitsland te gaan werken. Na de bevrijding keerden deze weggevoerden weliswaar druppelsgewijze terug waren er toch nog enkelen die nog niet huiswaarts gekeerd waren. Men vreesde het ergste. Tijdens een gebedsdag voor de weggevoerden op 18 maart 1945 werd de plechtige gelofte gedaan dat, wanneer zij allen behouden zouden zijn teruggekeerd er als dank een stenen gebedsoord ter ere van Onze Lieve Vrouw zou opgericht worden.in het gasthuisbos weggevoerden veilig teruggekeerd zouden zijn, het houten kapelletje door een nieuw zou worden vervangen.
Op 20 juni 1945 was het eindelijk zo ver, de laatste weggevoerden kwamen ongedeerd terug thuis. Heel Meteen werden er allerlei festiviteiten georganiseerd en in de feeststoet van 25 juni 1945 werden de Melsbroekenaren via een praalwagen met de maquette van de kapel werd nog eens uitdrukkelijk aan de gedane belofte herinnerd.
Geldinzamelingen en initiatieven van de Melsbroekse verenigingen zorgden voor de nodige fondsen om de bouwkosten ten bedrage van 30.000 frank te betalen. De Perkse architect Lucien Janssens tekende het plan en de Melsbroekse vrijwilligers konden aan de bouw beginnen. In de lente van 1946 was de nieuwe kapel klaar.
Will Tura Maar ook tijdens de oorlogsjaren werden de weggevoerden niet vergeten. Het waren vooral de lokale Kajotters die via het verzenden van brieven en voedselpakketten zorgden dat hun weggevoerde dorpsgenoten toch nog enig contact met het thuisfront behielden. Op 25 oktober 1942, feest van Christus Konings, werd door diezelfde kajotters in het Gasthuisbos een veldkapelletje opgehangen. Het was toegewijd aan ‘Onze Lieve Vrouw van ’t Bosch’ en de Melsbroekenaren kwamen hier bidden voor een veilige terugkeer van de weggevoerden. Bij de inhuldiging werd een lied gezongen waarvoor de dichter, Jozef Verdeyen, een aangepaste tekst schreef. Wij geven de eerste strofe en het refrein. O Moeder lief, wij komen U veel vragen. Wij knielen vroom voor uw beeltenis neer. Verlaat ons niet in deze bange dagen. Maar breng weldra al onze jongens weer.
Moeder van Jezus. Moeder van het Kruis. Breng spoedig onze zonen Terug naar het vaderhuis.
Zowel het houten kapelletje, als de nieuwe stenen kapel bevonden zich op een terrein dat eigendom was van de Perkse gravin Gaëtane de Ribaucourt, die aan de initiatiefnemers graag haar toestemming gaf.